Dienstplichtige veteranenspeld
Dienstplichtige veteranenspeld
De Stichting TRIS Kontakten heeft ten behoeve van alle dienstplichtige militairen een veteranenspeld ontwikkeld. In dezelfde vorm als de veteranenspeld, maar onderscheidend door de kleuren rood, wit en blauw. Zodat het geen afbreuk doet aan de veteranenspeld, waarvan de dragers in oorlogsgebieden zijn geweest. Met de Nederlandse vlag kleuren op deze speld is ten opzichte van de veteranenspeld een duidelijk onderscheid gemaakt om aan te duiden dat deze speld speciaal voor de dienstplichtige militairen is ontworpen.
Deze speld wordt op 30 augustus 2024 tijdens de grote TRIS reünie uitgereikt aan degenen die aanwezig zullen zijn op de appelplaats van het 45 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Oranje Gelderland op de Johannes Postkazerne in Havelte.
Voor de veteranen zal met deze afwijkende speld duidelijk zijn dat wij als dienstplichtige militairen niet in een oorlogsgebied geweest zijn. Wij willen dan ook met onze speld geen enkele afbreuk doen aan de dragers van de veteranenspeld, die hetzelfde model speld in goudkleur dragen. Beide spelden geven aan dat zowel de beroeps als de dienstplichtige militairen onder hetzelfde wapen van de Nederlandse strijdkrachten zijn opgeleid met dezelfde plichten en taken en deze naar behoren voor Nederland vervuld hebben en waar ze tot op heden zeer trots op zijn.
Wij hebben onze dienstplicht nooit willen missen, omdat de band onder elkaar nog steeds bestaat zoals deze verbinding alleen maar in het militaire vak bestaat. Daarom is deze dienstplichtige veteranenspeld een erkenning en een eerbetoon aan alle dienstplichtigen die deze speld zichtbaar met trots zullen gaan dragen. Van degenen die deze dienstplichtige veteranenspeld ontvangen, worden de gegevens in onze administratie bijgehouden. Deze unieke actie zullen de dienstplichtigen zeer waarderen en zullen zich nu ook gezien voelen. Het is daarom van groot belang dat op deze manier ook alle andere dienstplichtigen deze speld ontvangen, maar dan wel dat het geregistreerd wordt onder naam, registratienummer, onderdeel en plaats waar degene gediend heeft. Zo doe je niemand tekort. In defensiekringen is hierover al gesproken en het zou ook goed mogelijk zijn dat dit ook in samenwerking met defensie kan plaatsvinden. Het gaat uiteindelijk om een stukje erkenning van alle dienstplichtige militairen. In deze fase staat er voor defensie geen financiële verplichting.
De uitreiking van deze dienstplichtige veteranenspeld tijdens deze TRIS reünie aan alle aanwezige dienstplichtigen, werd belangeloos ter beschikking gesteld en bekostigd door de Stichting TRIS Kontakten Zwijndrecht.
​
Veteranenspeld
De veteranenspeld wordt door defensie uitgereikt aan militairen die in oorlogsgebieden in het buitenland gestationeerd zijn geweest, er alleen bivakkeerden in het kamp of die een gevechtssituatie meegemaakt hebben. Dit maakt dat ze veteranen zijn.
Deze goudkleurige speld is uniek en wordt met veel eer en respect door hen gedragen. De speld bestaat nog niet zo lang, in januari 2003 is deze geïntroduceerd. Deze kwam tot stand nadat een groep veteranen de handen in elkaar sloegen om een herkenningsteken voor veteranen te ontwerpen en dat te laten maken bij Van Veluw/Koninklijke Begeer. Toen de speld gereed was, werd aan defensie om erkenning gevraagd. Defensie ontwierp op haar beurt, aangestuurd door een aantal leden van de commando’s, ook een veteranenspeld, die eveneens door Van Veluw/Koninklijke Begeer werd gemaakt. Het eerste ontwerp van de groep veteranen werd qua vorm overgenomen, maar werd aangepast tot het model van wat de veteranen nu dragen. Het betreft een goudkleurige V vorm. Pas nadat de commando’s er mee begonnen waren heeft defensie ingezien dat het belangrijk was om de veteranenspeld te erkennen en te registreren. Echter het idee werd niet spontaan omarmd. Naast de veteranenspeld is er ook nog een speld waarmee een militair wordt geëerd en gekenmerkt die in vuurcontact is geweest met de tegenstander. Deze speld krijgt de veteraan er ook bij en is eveneens heel bijzonder van betekenis voor de drager. De drager van deze zal dat bewuste moment in zijn leven nooit vergeten, want het was toen “hij of ik!”
Dienstplicht
De dienstplicht werd na de Tweede Wereldoorlog ingevoerd om ons leger weer op volle sterkte te krijgen en om weerstand te bieden voor de nationale veiligheid, weerbaarheid en behoud van onze nationaliteit. Alle jonge mannen van 18 jaar kregen een oproep om zich te melden voor de militaire dienstplicht. Ze werden medisch gekeurd en daarna werd ook hun mentale en fysieke sterkte getest om vervolgens geschikt of ongeschikt bevonden te worden voor de krijgsmacht. Als er dan het woord GESCHIKT op het keuringsbewijs stond was men toch wel blij, althans degenen die graag militair wilden zijn. Sommigen waren niet blij om onder de wapenen te moeten gaan. Minimaal een jaar nadat de keuring was geweest werd je opgeroepen voor de eerste oefening.
Velen vroegen om uitstel vanwege studie, onmisbaarheid in de thuissituatie, op het werk of vanwege hun geloofsovertuiging. Bij het opkomen voor je militaire dienstplicht kreeg je een treinkaartje om naar de plaats te reizen waar de kazerne gelegen was. Om vervolgens van het station naar het onderdeel te worden gebracht waar je geplaatst was om aan de opleiding te beginnen. Op de kazerne kreeg je een plunjebaal waar een deel van de uitrusting in zat. Kleding kreeg je bij de foerier. Verder wist je eigenlijk niets. Wel was het zo, dat als je bij een peloton ingedeeld werd, je automatisch met al die jongens optrok. Ze kwamen uit alle delen van het land waardoor je met diverse taalaccenten te maken kreeg. Door toen de dialecten te onderscheiden en te herkennen kreeg je daar de rest van je leven profijt en plezier van. Zeker wanneer je mensen ontmoette en je aan hun accent kon horen waar ze vandaan kwamen.
Het kader bestond uit vijf sergeanten waarvan één de pelotonssergeant (PS) was en één officier, de pelotonscommandant (PC). Vaak een tweede luitenant die van het KMA kwam. Hij was eigenlijk een soort vader van de soldaten van het peloton, hij was meestal een paar jaar ouder dan de soldaten. Tijdens de opleiding leerde je de eerste zes weken het meest, zoals discipline, krijgstucht, groetplicht, geweer vechten, exerceren, veldloop, dagmarsen, marscheren, tijgeren, stormbaan, bivak, schieten, handgranaat gooien, observeren, gevechtstechnieken, wachtlopen, hardlopen en nog veel meer.
Een prachtig systeem van vorming waarvan je de rest van je leven profijt hebt. Daarbij was het heel belangrijk dat je door de sergeanten en de luitenant gevormd werd. Zeker de op het KMA opgeleide officieren gaven richting aan de soldaten, zij waren toch mensen van kaliber met een grote verantwoordelijkheid om leiding te geven als commandant samen met de sergeanten. De pelotonssergeant, meestal een sergeant eerste klasse (sergeant 1), had in een team toch wel de algemene leiding. De mededelingen werden meestal door de PS gedaan en bleef de PC in zijn positie de autoriteit. Hij had dan ook zijn eigen ordonnans. En zo werkte dat in de hiërarchie. Iedere sergeant had een groep van negen soldaten waar hij dan de commandant van was. En in de groep soldaten waren de diverse taken opgedeeld, zoals optreden in groepsverband, patrouille lopen en veldoefeningen. Zo werd je klaargestoomd als soldaat. En na een halfjaar de opleiding voltooid te hebben om als parate eenheid waar ook ter wereld ingezet te kunnen worden. Zoals kort na de Tweede Wereldoorlog 200.000 dienstplichtigen werden uitgezonden naar Nederlands-Indië, Nieuw-Guinea, Suriname en Libanon en ook gestationeerd werden in Duitsland en hier in Nederland. Het was toen ook de tijd van de Koude Oorlog.
De opkomstplicht voor de dienstplicht in Nederland is sinds 1 mei 1997 opgeschort, maar niet afgeschaft. Nu er geen verplichting meer bestaat om in militaire dienstplicht te gaan kan men studie, werk en carrière zonder onderbreking voortzetten. Dit in tegenstelling tot vroeger, toen kon een dienstplichtige zijn carrière pas voortzetten na zijn dienstplicht, tenzij men doorging als Kort Verband Vrijwilliger of beroepsmilitair. Velen hebben dit gedaan en hebben hun carrière binnen defensie opgebouwd en zijn doorgegroeid tot specialisten of hoge functionarissen zoals generaals. Hieruit blijkt dat werken bij defensie lang zo slecht niet is.
Eigenaardig is dat alle beroepsmilitairen, in wat voor functie dan ook, een zichtbaar herkenningsinsigne hebben gekregen. Terwijl de dienstplichtige militairen buiten de boot vallen. In landen zoals Engeland is het zo dat als je dienstplichtig of beroepsmilitair bent geweest, je een veteraan bent. Daar betekent veteraan oud-militair. Waarom de Nederlandse dienstplichtigen die hun militaire dienstplicht vervuld hebben geen enkele zichtbare erkenning krijgen, is onduidelijk en heel teleurstellend en niet eerlijk. Eigenlijk wel beschamend. Als straks, bij nader inzien toch nog besloten wordt dat ook de dienstplichtige militairen middels een speld erkenning verdienen, is er te veel tijd verstreken en zijn ze zonder zichtbare erkenning uitgestorven.
Als je dienstplichtig militair bent geweest, ben je dus volwaardig opgeleid, getraind en bevoegd om waar ook ter wereld ingezet te worden om je taken uit te voeren. Ons werd niet gevraagd om de eed of belofte af te leggen, dat bestond toen niet. Je was gewoon verplicht vanuit de wetgeving van de overheid.